Vertaling van Haken

Inhoud:

Duits
Nederlands
Angel, Haken [m] (der ~), Nase [v] (die ~), Haspe [v] (die ~) {zn.}
haak [m]
anhängen, anklammern, häkeln, haken, anhaken {ww.}
haken

wir haken
sie haken

wij haken
zij haken
» meer vervoegingen van haken



Gerelateerd aan Haken

Angel - Nase - Haspe - anhängen - anklammern - häkeln - haken - anhaken