Vertaling van Katze
Voorbeelden in zinsverband
Die Katze ist schwarz.
De kat is zwart.
Ich habe keine Katze.
Ik heb geen kat.
Das ist meine Katze.
Dat is mijn kat.
Sie hat eine Katze. Diese Katze ist weiß.
Ze heeft een kat. Die kat is wit.
Sie hat eine weiße Katze.
Ze heeft een witte kat.
Die Katze hat zwei Ohren.
De kat heeft twee oren.
Er spielte mit seiner Katze.
Hij speelde met zijn kat.
Ich hätte gern eine Katze.
Ik zou graag een kat hebben.
Wir haben eine weiße Katze.
We hebben een witte kat.
Eine Katze hat neun Leben.
Een kat heeft negen levens.
Wir liefen der Katze nach.
We liepen achter de kat aan.
„Eine Katze?“ fragte der alte Mann.
"Een kat?" vroeg de oude man.
Er hat eine Katze und zwei Hunde.
Hij heeft een kat en twee honden.
Auf dem Tisch war eine Katze.
Er zat een kat op de tafel.
Wir haben einen Hund und eine Katze.
We hebben een hond en een kat.