Vertaling van Kind

Inhoud:

Duits
Nederlands
Kind [o] (das ~) {zn.}
kind  [o]
wicht
Ein Kind braucht Liebe.
Een kind heeft liefde nodig.
Sie ist nur ein Kind.
Ze is maar een kind.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ein Kind braucht Liebe.

Een kind heeft liefde nodig.

Sie ist nur ein Kind.

Ze is maar een kind.

Ich bin kein Kind mehr.

Ik ben geen kind meer.

Tom ist ein verzogenes Kind.

Tom is een verwend kind.

Sie alle suchten nach dem vermissten Kind.

Ze zochten allemaal naar het vermiste kind.

Sie alle suchten nach dem vermissten Kind.

Ze zochten allen naar het vermiste kind.

Er benimmt sich wie ein Kind.

Hij gedraagt zich als een kind.

Sogar ein Kind kann so etwas tun.

Zelfs een kind kan zoiets doen.

Das Kind hatte ein reines Herz.

Het kind had een zuiver hart.

Sie beugte sich über das Kind.

Zij boog zich over het kind.

Das Kind fühlte sich sicher in den Armen seiner Mutter.

Het kind voelde zich veilig in de armen van zijn moeder.

Dieses Kind hat dieses komplizierte mathematische Problem gelöst.

Dit kind loste het gecompliceerde mathematische probleem eenvoudig op.

Ich kenne sie, seitdem sie ein kleines Kind war.

Ik ken haar sinds dat ze een klein meisje was.

Wenn ich Japanisch spreche, klinge ich wie ein Kind.

Wanneer ik Japans spreek, klink ik als een kind.

Als Kind bin ich öfter mit meinem Vater fischen gegangen.

Als kind ging ik dikwijls vissen met mijn vader.