Vertaling van Klient

Inhoud:

Duits
Nederlands
Klient [m] (der ~), Kunde [m] (der ~) {zn.}
klant  [m]
cliënt [m]
afnemer [m]
Der Kunde ist König.
Klant is koning.
Ich bin nur ein Kunde.
Ik ben maar een klant.


Gerelateerd aan Klient

Kunde