Vertaling van Klima

Inhoud:

Duits
Nederlands
Klima [o] (das ~) {zn.}
klimaat 
Diese Insel hat ein tropisches Klima.
Dat eiland heeft een tropisch klimaat.
Wie gefällt dir das japanische Klima?
Hoe bevalt u het klimaat in Japan?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Wie gefällt dir das japanische Klima?

Hoe bevalt u het klimaat in Japan?

Das kalte Klima griff seine Gesundheit an.

Het koude klimaat had zijn weerslag op zijn gezondheid.

Diese Insel hat ein tropisches Klima.

Dat eiland heeft een tropisch klimaat.