Vertaling van Löschen

Inhoud:

Duits

Nederlands

Löschen [o] (das ~), Auslöschen {zn.}

blussingswerk [o]
blussing [v]

löschen {ww.}

delgen
aflossen

wir löschen
sie löschen

wij delgen
zij delgen
» meer vervoegingen van delgen

auslöschen, dämpfen, löschen {ww.}

uitmaken
uitdoven
uitdoen
uitblussen
doven
blussen

wir löschen
sie löschen

wij maken uit
zij maken uit
» meer vervoegingen van uitmaken

amortisieren, löschen, abtragen, tilgen, zurückzahlen, abschreiben, dämpfen, abschwächen {ww.}

afschrijven
afbetalen
dempen
amortiseren

wir löschen
sie löschen

wij schrijven af
zij schrijven af
» meer vervoegingen van afschrijven