Vertaling van Leihen
wir leihen
sie leihen
wij lenen
zij lenen
» meer vervoegingen van lenen
Voorbeelden in zinsverband
Könnte ich diese CD leihen?
Kan ik deze CD lenen?
Ich werde dir dieses Wörterbuch leihen.
Ik zal je dit woordenboek lenen.
Ich kann dir dieses Buch nicht leihen.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Könnten Sie mir einen Stift leihen? (formal)
Mag ik een potlood van je lenen?
Ich kann dir dieses Buch nicht leihen.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Ich brauche eine Tasche. Kannst du mir eine leihen?
Ik heb een koffer nodig. Leen je mij er een?
"Moment mal", sagte Dima, indem er sein Telefon herausholte. "Ich kenne jemand, der mir etwas Geld leihen könnte."
"Wacht even," zei Dima, terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn haalde, "ik weet iemand die me wel wat geld zou kunnen lenen."
Wenn Sie jemandem 20$ leihen und sie diesen Menschen nie wiedersehen, dann war es das wahrscheinlich wert.
Als je iemand $20 uitleent en je ziet die persoon daarna nooit meer, dan was het dat waarschijnlijk waard.