Vertaling van Leiten

Inhoud:

Duits
Nederlands
Leiten, Leitung [v] (die ~), Dirigieren, Lenken, Richten [o] (das ~), Richtunggeben {zn.}
leiding  [v]
besturing  [v]
leiten, führen, anführen, befehligen {ww.}
besturen 
regeren 
aanvoeren

wir leiten
sie leiten

wij besturen
zij besturen
» meer vervoegingen van besturen

dirigieren, führen, richten, steuern, leiten, lenken {ww.}
sturen
richten 
dirigeren
mennen
besturen 

wir leiten
sie leiten

wij sturen
zij sturen
» meer vervoegingen van sturen

führen, leiten {ww.}
leiden
voeren 
geleiden
brengen 
besturen 

wir leiten
sie leiten

wij leiden
zij leiden
» meer vervoegingen van leiden

Alle Wege führen nach Rom.
Alle wegen leiden naar Rome.
Viele Wege führen nach Rom.
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
administrieren, verwalten, leiten {ww.}
toedienen
beheren 
administreren 
managen
bestieren
besturen 

wir leiten
sie leiten

wij dienen toe
zij dienen toe
» meer vervoegingen van toedienen

administrieren, verwalten, leiten {ww.}
toedienen
beheren 
besturen 
administreren 

wir leiten
sie leiten

wij dienen toe
zij dienen toe
» meer vervoegingen van toedienen

führen, leiten, lenken, den Weg weisen, anleiten, geleiten {ww.}
leiden
rondleiden
geleiden
de weg wijzen

wir leiten
sie leiten

wij leiden
zij leiden
» meer vervoegingen van leiden

Zu viel Stress kann zu physischer Krankheit führen.
Teveel stress kan tot een handicap leiden.