Vertaling van Mahlzeit

Inhoud:

Duits
Nederlands
Essen [o] (das ~), Fraß, Mahlzeit [v] (die ~) {zn.}
eten  [o]
maaltijd 
maal 
Diese Mahlzeit reicht für zwei.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Ich werde hier essen.
Ik zal hier eten.


Gerelateerd aan Mahlzeit

Essen - Fraß