Vertaling van Meister

Inhoud:

Duits
Nederlands
Meister [m] (der ~) {zn.}
grootmeester [m]
maëstro
meester [m]
Champion, Meister [m] (der ~), Sieger [m] (der ~) {zn.}
titelhouder
voorvechter
kampioen 


Gerelateerd aan Meister

Champion - Sieger