Vertaling van Meter

Inhoud:

Duits
Nederlands
Meter [m] (der ~) {zn.}
meter  [m]
Es war achtzig Meter lang.
Het was tachtig meter lang.
Es war acht Meter lang.
Het was acht meter lang.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Es war achtzig Meter lang.

Het was tachtig meter lang.

Es war acht Meter lang.

Het was acht meter lang.

Ich bin einen Meter neunzig groß.

Ik ben 1 meter 90.

Der Berg liegt 2000 Meter über dem Meeresspiegel.

De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau.

Ein Eiszapfen von einem Meter ist nicht ungewöhnlich.

Een ijspegel van een meter is niet ongebruikelijk.