Vertaling van Monat
Voorbeelden in zinsverband
Wir ziehen nächsten Monat um.
We verhuizen volgende maand.
Sie ist im achten Monat schwanger.
Ze is acht maanden zwanger.
Die Zeitschrift erscheint zweimal pro Monat.
Het magazine komt twee keer per maand uit.
Wie viele Bücher liest du im Monat?
Hoeveel boeken lees je per maand?
Ich gehe nächsten Monat nach Paris.
Volgende maand ga ik naar Parijs.
Ein Monat ist zu wenig Zeit.
Een maand is te weinig tijd.
Ich hatte letzten Monat eine Blasenentzündung.
Ik had een blaasontsteking vorige maand
Sein Bruder ist letzten Monat gestorben.
Zijn broer is afgelopen maand overleden.
Sie war letzten Monat in Amerika.
Ze was afgelopen maand in Amerika.
Ich bin im letzten Monat umgezogen.
Ik verhuisde een maand geleden.
Ich lese jeden Monat mindestens ein Buch.
Ik lees elke maand minstens één boek.
Sie trägt seit einem Monat den gleichen Hut.
Ze draagt nu al een maand dezelfde hoed.
Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.
Hij knipt zijn haar eens per maand.
Ich habe letzten Monat meinen Führerschein erneuern lassen.
Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.
Ich zahle jeden Monat 10000 Yen auf mein Konto ein.
Ik zet elke maand tienduizend yen op de bank.