Vertaling van Polizist

Inhoud:

Duits
Nederlands
Häscher [m] (der ~), Polizist [m] (der ~), Schutzmann [m] (der ~) {zn.}
politieagent  [m]
smeris
agent  [m]
Er ist Polizist geworden.
Hij is politieagent geworden.
Der Polizist trägt eine Gasmaske.
De politieagent draagt een gasmasker.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Er ist Polizist geworden.

Hij is politieagent geworden.

Der Polizist trägt eine Gasmaske.

De politieagent draagt een gasmasker.

Der Polizist verfolgte den Einbrecher.

De politieman achtervolgde de inbreker.

Der Polizist trennte die beiden Kämpfenden.

De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.

Der Polizist muss sagen: "So lautet das Gesetz."

De politieagent moet zeggen "Zo luidt de wet."


Gerelateerd aan Polizist

Häscher - Schutzmann