Vertaling van Prüfung

Inhoud:

Duits
Nederlands
Probe [v] (die ~), Prüfung [v] (die ~), Versuch [m] (der ~) {zn.}
proef
poging [v]
toets
test 
toetsing [v]
beproeving  [v]
Es ist einen Versuch wert.
Het is een poging waard.
Hat er die Prüfung bestanden?
Is hij geslaagd voor de proef?
Examen [o] (das ~), Prüfung [v] (die ~) {zn.}
examen  [o]
nauwkeurig onderzoek
onderzoek 
keuring [v]
Bill ist wegen der Prüfung nervös.
Bill is zenuwachtig voor het examen.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Morgen habe ich eine Prüfung.

Morgen heb ik een tentamen.

Hat er die Prüfung bestanden?

Is hij geslaagd voor de proef?

Bill ist wegen der Prüfung nervös.

Bill is zenuwachtig voor het examen.


Gerelateerd aan Prüfung

Probe - Versuch - Examen