Vertaling van Rad
Inhoud:
Duits
Nederlands
Ich habe kein Fahrrad.
Ik heb geen fiets.
Ken will ein Fahrrad.
Ken wil een fiets.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Sie sind das fünfte Rad am Wagen.
Jij bent het derde wiel aan de wagen.
Ich fahre mit dem Rad zur Arbeit.
Ik ga met de fiets naar het werk.
Mein Vater fährt mit dem Rad zur Arbeit.
Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.