Vertaling van Raum

Inhoud:

Duits
Nederlands
Raum [m] (der ~), Laderaum [m] (der ~), Schiffsraum [m] (der ~), Frachtraum [m] (der ~) {zn.}
scheepsruim  [o]
ruim [o]
Gelaß [o] (das ~), Raum [m] (der ~) {zn.}
ruimte
wereldruim
speling [v]
bestek  [o]
Er betrat meinen Raum.
Hij stapte naar mijn ruimte.
Gemach [o] (das ~), Stube [v] (die ~), Zimmer [o] (das ~), Raum [m] (der ~), Kammer [v] (die ~) {zn.}
kamer  [v]
vertrek  [o]
lokaal  [o]
Das Zimmer war warm.
De kamer was warm.
Er verließ das Zimmer.
Hij verliet de kamer.
evakuieren, räumen, aussiedeln {ww.}
ontruimen
evacueren
abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen {ww.}
afstaan 
wijken
toegeven 
abräumen {ww.}
afruimen
afnemen 
abräumen, fortnehmen, entziehen, wegnehmen {ww.}
wegnemen
afpakken 
weghalen
afnemen 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Mayuko betrat den Raum.

Mayuko kwam de kamer binnen.

Er betrat meinen Raum.

Hij stapte naar mijn ruimte.

Rosenduft erfüllte den Raum.

De geur van rozen vulde de kamer.

Die Kerzen erleuchteten den Raum.

De kaarsen verlichtten de kamer.

Dieser Raum ist groß genug.

Deze kamer is groot genoeg.

Er betrat den Raum mit abgenommenem Hut.

Hij ging de kamer in met zijn hoed af.

Es gibt keine Stühle in diesem Raum.

Er zijn geen stoelen in deze kamer.

Es ist nicht gut, in einem dunklen Raum zu lesen.

Lezen in een donkere kamer is niet goed.

Ich brauchte drei Tage, um den Raum zu säubern.

Ik ben drie dagen bezig geweest om de kamer op te ruimen.

Er befahl mir, den Raum umgehend zu verlassen.

Hij beval mij de kamer onmiddelijk te verlaten.

Würden Sie bitte einen Raum in der Nähe des internationalen Flughafens von Toronto buchen?

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?