Vertaling van Recht
Voorbeelden in zinsverband
Ich habe Recht.
Ik heb gelijk.
Ihr habt vollkommen recht.
Je hebt volkomen gelijk.
Natürlich hat er recht.
Natuurlijk, hij heeft gelijk.
Der Mann hat recht.
De man heeft gelijk.
Du hast völlig recht.
Je hebt helemaal gelijk.
Du hast Recht.
Je hebt gelijk.
Er hat völlig recht.
Hij heeft helemaal gelijk.
Ich habe Recht.
Ik heb gelijk.
Damit könntest du recht haben.
Daarover zou je gelijk kunnen hebben.
Sie haben das Recht zu schweigen.
U hebt het recht om te zwijgen.
Meiner Meinung nach hat er recht.
Volgens mij heeft hij gelijk.
Ich vermute, dass du Recht hast.
Ik vermoed dat je gelijk hebt.
Sie denkt, sie hat immer recht.
Ze denkt ze heeft altijd gelijk.
Ich dachte, ich sähe nicht recht.
Ik kon mijn ogen niet geloven.
Ist die Speise nach islamischem Recht erlaubt?
Is het eten halal?