Vertaling van Reif

Inhoud:

Duits
Nederlands
Reif [m] (der ~) {zn.}
rijp 
rijm 
Reif [m] (der ~), Reifen [m] (der ~) {zn.}
hoepel 
reif {bn.}
belegen 
bezonken
rijp 


Gerelateerd aan Reif

Reifen - reif