Vertaling van Rochen

Inhoud:

Duits
Nederlands
Rochen [o] (das ~) {zn.}
rog
duften, riechen {ww.}
rieken
ruiken 
geuren

wir rochen
sie rochen

wij roken
zij roken
» meer vervoegingen van rieken

riechen, wittern {ww.}
ruiken 

wir rochen
sie rochen

wij roken
zij roken
» meer vervoegingen van ruiken



Gerelateerd aan Rochen

duften - riechen - wittern