Vertaling van Scharte

Inhoud:

Duits
Nederlands
Scharte [v] (die ~) {zn.}
schaarde [v]
scharen, zusammenscharen, gruppieren, zusammenfassen {ww.}
ophopen
verzamelen 
groeperen

ich scharte
er/sie/es scharte

ik hoopte op
hij/zij/het hoopte op
» meer vervoegingen van ophopen



Gerelateerd aan Scharte

scharen - zusammenscharen - gruppieren - zusammenfassen