Vertaling van Schein-
Inhoud:
Duits
Nederlands
fiktiv, Schein-, angenommen, erdichtet, fingiert {bn.}
denkbeeldig
fictief
verdicht
fictief
verdicht
Hast du ein Ticket?
Heb je een kaartje?
Ich habe kein Ticket.
Ik heb geen ticket.
Nicht schon wieder! Schau, wie die zwei sich küssen. Die sind wirklich scharf aufeinander. Ich kann es nicht mehr mit ansehen.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Schein {zn.}
schijnsel
scheinen {ww.}
vóórkomen
voorkomen
toeschijnen
schijnen
overkomen
lijken
voorkomen
toeschijnen
schijnen
overkomen
lijken