Vertaling van Schwester

Inhoud:

Duits
Nederlands
Schwester [v] (die ~) {zn.}
zus  [v]
zuster  [v]
Meine Schwester ist berühmt.
Mijn zuster is beroemd.
Meine Schwester ist hübsch.
Mijn zus is mooi.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Meine Schwester mag Süßigkeiten.

Mijn zus houdt van snoep.

Meine Schwester ist hübsch.

Mijn zus is mooi.

Meine Schwester ist berühmt.

Mijn zuster is beroemd.

Pedro hat keine Schwester.

Pedro heeft geen zus.

Ich habe nur eine Schwester.

Ik heb één zus.

Meine Schwester hat eine Arbeitsstelle.

Mijn zus heeft een baan.

Ihre Schwester sieht jung aus.

Haar zus ziet er jong uit.

Meine Schwester ist sehr intelligent.

Mijn zus is heel intelligent.

Meine Schwester arbeitet als Englischlehrerin.

Mijn zus werkt als lerares Engels.

Meine Schwester duscht jeden Morgen.

Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.

Scotts Schwester macht gerne Sashimi.

Scott's zus maakt graag sashimi.

Seine Schwester sieht jung aus.

Zijn zus ziet er jong uit.

Ich esse mit meiner Schwester zu Mittag.

Ik ben aan het lunchen met mijn zus.

Gestern ging meine Schwester nach Kobe.

Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.

Ich habe zwei Brüder und eine Schwester.

Ik heb twee broers en één zus.