Vertaling van Spanier
Inhoud:
Duits
Nederlands
Spanier {zn.}
Spanjaard
Magda heiratet einen Spanier.
Magda trouwt met een Spanjaard.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Spanier haben zwei Nachnamen.
Spanjaarden hebben twee achternamen.
Magda heiratet einen Spanier.
Magda trouwt met een Spanjaard.