Vertaling van Spiegel
Inhoud:
Duits
Nederlands
Spiegel {zn.}
spiegel
Er betrachtete ihn im Spiegel.
Hij kijkt naar hem in de spiegel.
Das Auge ist der Spiegel der Seele.
Het oog is de spiegel van de ziel.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Er betrachtete ihn im Spiegel.
Hij kijkt naar hem in de spiegel.
Das Auge ist der Spiegel der Seele.
Het oog is de spiegel van de ziel.
Er nahm einen Spiegel und schaute sich seine Zunge an.
Hij nam een spiegel en keek naar zijn tong.