Vertaling van Stein

Inhoud:

Duits
Nederlands
Stein [m] (der ~) {zn.}
steen  [o]
Ein Stein schwimmt nicht.
Een steen drijft niet.
Bitte bewegen Sie diesen Stein von hier nach dort.
Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ein Stein schwimmt nicht.

Een steen drijft niet.

Bitte bewegen Sie diesen Stein von hier nach dort.

Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.

Der Junge schmiss einen Stein nach dem Frosch.

De jongen gooide een steen naar de kikker.