Vertaling van Stelle

Inhoud:

Duits
Nederlands
Ort [m] (der ~), Platz [m] (der ~), Stelle [v] (die ~), Stätte [v] (die ~) {zn.}
plaats  [v]
plek 
oord
lokaal 
Tom hat eine kahle Stelle am Kopf.
Tom heeft een kale plek.
Es gibt keinen einzigen sicheren Ort mehr in Japan.
Er bestaat niet één veilige plek meer in Japan.
Mittelpunkt [m] (der ~), Zentrum [o] (das ~), Mitte [v] (die ~), Einrichtung [v] (die ~), Anstalt [v] (die ~), Stelle [v] (die ~), Herz [o] (das ~), Brennpunkt [m] (der ~), Ausgangspunkt [m] (der ~) {zn.}
centrum  [o]
middelpunt 
binnenste  [o]
Fleck [m] (der ~), Ort [m] (der ~), Platz [m] (der ~), Stätte [v] (die ~), Stelle [v] (die ~), Terrain [o] (das ~) {zn.}
plaats  [v]
ruimte
zetel [m]
oord
lokaliteit [v]
Ist da noch Platz für eine weitere Person?
Is er ruimte voor nog iemand?
Es ist hier nicht genug Platz für vierzig Leute.
Er is hier niet genoeg ruimte voor veertig mensen.
legen, setzen, stecken, stellen {ww.}
stellen
zetten 
plaatsen 
doen 
stoppen 
steken
leggen 

ich stelle

ik stel
» meer vervoegingen van stellen

Darf ich den Fernseher leiser stellen?
Mag ik de tv zachter zetten?
Könnte ich eine Frage stellen?
Mag ik een vraag stellen?
machen, tun, stellen, bereiten, ausführen, verrichten, erledigen, abstatten, begehen, schließen, anfertigen, herstellen, erzeugen, hervorbringen, erschaffen, unterbreiten, halten, geben, schneiden, brauen, zurechtmachen, ordnen, zubereiten, bewirken, verursachen, hervorrufen, veranlassen, erregen, anrichten, ernennen, abhalten {ww.}
doen 
maken 
uitvoeren 
uitrichten
uitbrengen
bedrijven 
aanmaken 

ich stelle

ik doe
» meer vervoegingen van doen

Was muss ich tun?
Wat moet ik doen?
Was willst du tun?
Wat wil je doen?
legen, stellen {ww.}
stationeren
plaatsen 
situeren
leggen 

ich stelle

ik stationeer
» meer vervoegingen van stationeren



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Warum gehst du nicht an meiner Stelle?

Waarom ga je niet in mijn plaats?

Er ging an Stelle seines Vaters dorthin.

Hij ging naar daar in plaats van zijn vader.

Was würdest du an meiner Stelle sagen?

Wat zou jij zeggen als je mij was?

Tom hat eine kahle Stelle am Kopf.

Tom heeft een kale plek.

Was würden Sie an meiner Stelle machen?

Wat zoudt ge doen in mijn plaats?

Was würden Sie an meiner Stelle machen?

Wat zou je in mijn plaats doen?

Was würdest du an meiner Stelle tun?

Wat zoudt ge doen in mijn plaats?

Ich würde das an deiner Stelle nicht tun.

Dat zou ik niet doen als ik jou was.


Gerelateerd aan Stelle

synoniemen

Ort - Platz - Stätte - Mittelpunkt - Zentrum - Mitte - Einrichtung - Anstalt - Herz - Brennpunkt - Ausgangspunkt - Fleck - Terrain - legen - setzen