Vertaling van Streiten

Inhoud:

Duits
Nederlands
Disputieren, Streiten {zn.}
getwist
dispuut [o]
kämpfen, streiten {ww.}
vechten 
strijden
strijd voeren
kampen

wir streiten
sie streiten

wij vechten
zij vechten
» meer vervoegingen van vechten

Sie kämpfen für Freiheit.
Ze vechten voor vrijheid.
Ich kann dich das Kämpfen lehren.
Ik kan je leren vechten.
disputieren, streiten {ww.}
strijden
redetwisten
krakelen
twisten 
disputeren

wir streiten
sie streiten

wij strijden
zij strijden
» meer vervoegingen van strijden

debattieren, erörtern, durchsprechen, streiten {ww.}
debatteren

wir streiten
sie streiten

wij debatteren
zij debatteren
» meer vervoegingen van debatteren



Gerelateerd aan Streiten

Disputieren - kämpfen - streiten - disputieren - debattieren - erörtern - durchsprechen