Vertaling van Temperatur

Inhoud:

Duits
Nederlands
Temperatur [v] (die ~), Witterung [v] (die ~) {zn.}
temperatuur [v]
Die Temperatur ist plötzlich gefallen.
De temperatuur daalde plotseling.
Wie hoch ist die Temperatur des Eises?
Welke temperatuur heeft het ijs?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Die Temperatur ist plötzlich gefallen.

De temperatuur daalde plotseling.

Die Temperatur fiel um einige Grad.

De temperatuur daalde met enkele graden.

Wie hoch ist die Temperatur des Eises?

Welke temperatuur heeft het ijs?

Man muss Milch bei relativ niedriger Temperatur aufbewahren.

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.

Die Temperatur liegt diesen Winter über dem Durchschnitt.

De temperatuur is deze winter hoger dan gemiddeld.


Gerelateerd aan Temperatur

Witterung