Vertaling van Teufel

Inhoud:

Duits
Nederlands
Teufel [m] (der ~) {zn.}
duivel  [m]
droes [m]
drommel [m]
boze [m]
Gestern bin ich ein Gott geworden, fand das aber etwas langweilig, also bin ich heute ein Teufel geworden.
Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.
Satanas, Teufel {eigenn.}
Lucifer [m]
Satan [m]


Gerelateerd aan Teufel

Satanas