Vertaling van Tor

Inhoud:

Duits
Nederlands
Tor {zn.}
poort
Das Tor war zu eng für den Lastwagen.
De poort was te smal voor de vrachtwagen.
Tor {zn.}
malloot
zot
dwaas  [m]
Tor, Treffer [m] (der ~), Goal [o] (das ~) {zn.}
doelpunt [o]
goal 
In der Verlängerung erzielte er ein Tor.
Hij maakte een doelpunt tijdens de verlenging.
Tor {zn.}
goal 
doel [o]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Das Tor war zu eng für den Lastwagen.

De poort was te smal voor de vrachtwagen.

In der Verlängerung erzielte er ein Tor.

Hij maakte een doelpunt tijdens de verlenging.


Gerelateerd aan Tor

Treffer - Goal