Vertaling van Trage
Inhoud:
Duits
Nederlands
erteilen, geben, angeben, herreichen, verabreichen, reichen, hervorbringen, erzeugen, tragen, spenden, machen, übergeben, überantworten, anvertrauen, ergeben, gewähren, gestatten {ww.}
ich trage
ik geef
» meer vervoegingen van geven
Kühe geben Milch.
Koeien geven melk.
Sie geben nichts.
Zij geven niets.
ich trage
ik draag
» meer vervoegingen van dragen
Katzen tragen kein Halsband.
Katten dragen geen halsband.
Ich kann diesen Koffer nicht allein tragen.
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Ich trage Kontaktlinsen.
Ik draag contactlenzen.
Ich trage ein Buch in meiner Hand.
Ik heb een boek in mijn hand.