Vertaling van Uhr

Inhoud:

Duits
Nederlands
Uhr [v] (die ~) {zn.}
horloge [o]
Das ist eine wasserdichte Uhr.
Dit horloge is waterdicht.
Mir wurde die Uhr gestohlen.
Mijn horloge was gestolen.
Uhr [v] (die ~) {zn.}
klok 
uurwerk
Die Uhr geht nach.
De klok loopt achter.
Die Uhr geht nach.
Het uurwerk loopt achter.
Stunde [v] (die ~), Uhr [v] (die ~), Zeit [v] (die ~) {zn.}
uur  [o]
Er schlief eine Stunde.
Hij sliep een uur.
Eine Stunde hat sechzig Minuten.
Een uur heeft zestig minuten.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Diese Uhr geht nicht.

Deze klok doet het niet.

Die Uhr geht nach.

Het uurwerk loopt achter.

Die Uhr geht nach.

De klok loopt achter.

Diese Uhr ist wasserdicht.

Dit uurwerk is waterbestendig.

Diese Uhr ist kaputt.

Deze klok is kapot.

Die Uhr geht vor.

De klok loopt voor.

Ich suche meine Uhr.

Ik ben op zoek naar mijn horloge.

Das ist eine wasserdichte Uhr.

Dit horloge is waterdicht.

Wir frühstücken um sieben Uhr.

We ontbijten om zeven uur.

Mir wurde die Uhr gestohlen.

Mijn horloge was gestolen.

Komm vor sieben Uhr her.

Kom voor zeven uur naar hier.

Es ist schon 11 Uhr.

Het is al elf uur.

Meine Uhr bedarf der Reparatur.

Mijn horloge moet gerepareerd worden.

Ich kaufte ihr eine Uhr.

Ik kocht een horloge voor haar.

Es ist beinahe drei Uhr.

Het is bijna drie uur.


Gerelateerd aan Uhr

synoniemen

Stunde - Zeit