Vertaling van Unterschied

Inhoud:

Duits
Nederlands
Unterschied [m] (der ~), Differenz [v] (die ~), Verschiedenheit [v] (die ~) {zn.}
verschil 
onderscheid [v]
Das macht den ganzen Unterschied aus.
Het maakt al het verschil.
Was ist der Unterschied zwischen diesen zweien?
Wat is het verschil tussen deze twee?
differenzieren, unterscheiden, trennen {ww.}
uit elkaar houden
onderscheid maken
Ich kann ihn nicht von seinem Bruder unterscheiden.
Ik kan hem en zijn broer niet uit elkaar houden.
auszeichnen, hervorheben, unterscheiden, auseinanderhalten, auseinanderhalten können, wahrnehmen, erkennen, bemerken, kennzeichnen, charakterisieren, ehrend hervorheben {ww.}
onderscheiden
onderscheid maken tussen
onderkennen

ich unterschied
er/sie/es unterschied

ik onderscheidde
hij/zij/het onderscheidde
» meer vervoegingen van onderscheiden

Kannst du Butter von Margarine unterscheiden?
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Wirklichkeit und Fantasie sind schwer zu unterscheiden.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Das macht den ganzen Unterschied aus.

Het maakt al het verschil.

Was ist der Unterschied zwischen diesen zweien?

Wat is het verschil tussen deze twee?

Kennst du den Unterschied von Mikroskop und Teleskop?

Ken jij het verschil tussen een microscoop en een telescoop?

Zwischen den beiden gibt es einen enormen Unterschied.

Er is een duidelijk verschil tussen deze twee.

Tom kennt nicht den Unterschied zwischen Astronomie und Astrologie.

Tom weet het verschil tussen astronomie en astrologie niet.

Viele Kinder hören den Unterschied nicht sehr gut.

Veel kinderen horen het verschil niet zo goed.

Was ist der Unterschied zwischen einem Dorf und einer Stadt?

Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?

Jeder, ohne Unterschied, hat das Recht auf gleichen Lohn für gleiche Arbeit.

Iedereen heeft het recht op gelijke verloning, zonder discriminatie.