Vertaling van Versicherte
Inhoud:
Duits
Nederlands
Versicherte, Versicherungsnehmer {zn.}
polishouder
behaupten, bestätigen, vergewissern, versichern, beteuern, zusichern, sicherstellen {ww.}
verzekeren
betuigen
betuigen
ich versicherte
er/sie/es versicherte
ik verzekerde
hij/zij/het verzekerde
» meer vervoegingen van verzekeren
ich versicherte
er/sie/es versicherte
ik verzekerde
hij/zij/het verzekerde
» meer vervoegingen van verzekeren
versichern {ww.}
veilig stellen
verzekeren
assureren
verzekeren
assureren
ich versicherte
er/sie/es versicherte
ik verzekerde
hij/zij/het verzekerde
» meer vervoegingen van verzekeren