Vertaling van Vetter

Inhoud:

Duits
Nederlands
Cousin [m] (der ~), Vetter [m] (der ~) {zn.}
neef  [m]
kozijn  [m]
Er ging, um bei seinem Vetter zu bleiben.
Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
Mein Cousin ist etwas älter als ich es bin.
Mijn neef is iets ouder dan ik.


Gerelateerd aan Vetter

Cousin