Vertaling van Züchten
Inhoud:
Duits
Nederlands
züchten, ziehen, brüten {ww.}
opfokken
fokken
fokken
wir züchten
sie züchten
wij fokken op
zij fokken op
» meer vervoegingen van opfokken
Zucht , Züchten, Züchtung {zn.}
fokkerij
teelt
fokken
teelt
fokken
aufziehen, bilden, erziehen, züchten, ausbilden, ziehen, kultivieren, anbauen {ww.}
wir züchten
sie züchten
wij voeden op
zij voeden op
» meer vervoegingen van opvoeden