Vertaling van Zauberer

Inhoud:

Duits
Nederlands
Zauberer [m] (der ~) {zn.}
tovenaar
tjsoener
heksenmeester
toveraar
duivelskunstenaar [m]
Bist du ein Zauberer?
Ben je een tovenaar?
Zauberer [m] (der ~), Magier [m] (der ~) {zn.}
magiër
duivelskunstenaar [m]


Gerelateerd aan Zauberer

Magier