Vertaling van Zumachen
Inhoud:
Duits
Nederlands
Schließen , Zumachen, Schließung {zn.}
sluiting
schließen, verschließen, zumachen, abschließen, beenden, abstellen, stillegen, abdrehen, zudrehen, einschließen, stecken {ww.}
ich werde zumachen
du wirst zumachen
er/sie/es wird zumachen
ik zal toedoen
jij zult toedoen
hij/zij/het zal toedoen
» meer vervoegingen van toedoen