Vertaling van Zwang

Inhoud:

Duits
Nederlands
Zwang [m] (der ~), Verpflichtung [v] (die ~) {zn.}
obligo
dwang [m]
Unbehagen [o] (das ~), Beklemmung [v] (die ~), Behinderung [v] (die ~), Störung [v] (die ~), Zwang [m] (der ~) {zn.}
last
overlast
hinder 
gêne
verstoring [v]
storing [v]
stoornis [v]
zwingen {ww.}
dwingen
verplichten
noodzaken

ich zwang
er/sie/es zwang

ik dwong
hij/zij/het dwong
» meer vervoegingen van dwingen

Du kannst mich nicht zu etwas zwingen, das ich nicht tun will.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.


Gerelateerd aan Zwang

Verpflichtung - Unbehagen - Beklemmung - Behinderung - Störung - zwingen