Vertaling van abdachen
Duits
Nederlands
abdachen {ww.}
overkoepelen
overkappen
overkappen
ich werde mich abdachen
du wirst dich abdachen
er/sie/es wird sich abdachen
ik zal overkoepelen
jij zult overkoepelen
hij/zij/het zal overkoepelen
» meer vervoegingen van overkoepelen