Vertaling van abdanken
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde abdanken
du wirst abdanken
er/sie/es wird abdanken
ik zal ontzetten
jij zult ontzetten
hij/zij/het zal ontzetten
» meer vervoegingen van ontzetten
abdanken, abdizieren, zurücktreten, verzichten, sein Amt niederlegen, seine Würde niederlegen {ww.}
ich werde abdanken
du wirst abdanken
er/sie/es wird abdanken
ik zal aftreden
jij zult aftreden
hij/zij/het zal aftreden
» meer vervoegingen van aftreden
Es gibt Gerüchte, dass er zurücktreten wird.
Er zijn geruchten dat hij zal aftreden.