Vertaling van abhärten
Inhoud:
Duits
Nederlands
hart machen, härten, abhärten, stählen, erhärten, abbinden, wappnen {ww.}
stalen
temperen
harden
temperen
harden
ich werde abhärten
du wirst abhärten
er/sie/es wird abhärten
ik zal stalen
jij zult stalen
hij/zij/het zal stalen
» meer vervoegingen van stalen