Vertaling van abhören

Inhoud:

Duits
Nederlands
belauschen, heimlich horchen, abhören {ww.}
luistervink spelen
afluisteren

ich werde abhören
du wirst abhören
er/sie/es wird abhören

ik zal afluisteren
jij zult afluisteren
hij/zij/het zal afluisteren
» meer vervoegingen van afluisteren



Gerelateerd aan abhören

belauschen - heimlich horchen