Vertaling van abprallen
Duits
Nederlands
ich werde abprallen
du wirst abprallen
er/sie/es wird abprallen
ik zal terugspringen
jij zult terugspringen
hij/zij/het zal terugspringen
» meer vervoegingen van terugspringen
ich werde abprallen
du wirst abprallen
er/sie/es wird abprallen
ik zal terugspringen
jij zult terugspringen
hij/zij/het zal terugspringen
» meer vervoegingen van terugspringen