Vertaling van abrechnen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde abrechnen
du wirst abrechnen
er/sie/es wird abrechnen
ik zal korten
jij zult korten
hij/zij/het zal korten
» meer vervoegingen van korten
abrechnen, liquidieren {ww.}
solveren
liquideren
opheffen
afwikkelen
liquideren
opheffen
afwikkelen
ich werde abrechnen
du wirst abrechnen
er/sie/es wird abrechnen
ik zal solveren
jij zult solveren
hij/zij/het zal solveren
» meer vervoegingen van solveren