Vertaling van abschießen
Inhoud:
Duits
Nederlands
abfeuern, abschießen {ww.}
losbranden
afvuren
afvuren
ich werde abschießen
du wirst abschießen
er/sie/es wird abschießen
ik zal losbranden
jij zult losbranden
hij/zij/het zal losbranden
» meer vervoegingen van losbranden