Vertaling van abschwächen
minderen
ich werde abschwächen
du wirst abschwächen
er/sie/es wird abschwächen
ik zal verkleinen
jij zult verkleinen
hij/zij/het zal verkleinen
» meer vervoegingen van verkleinen
ich werde abschwächen
du wirst abschwächen
er/sie/es wird abschwächen
ik zal verlichten
jij zult verlichten
hij/zij/het zal verlichten
» meer vervoegingen van verlichten
afbetalen
dempen
amortiseren
ich werde abschwächen
du wirst abschwächen
er/sie/es wird abschwächen
ik zal afschrijven
jij zult afschrijven
hij/zij/het zal afschrijven
» meer vervoegingen van afschrijven
fnuiken
ich werde abschwächen
du wirst abschwächen
er/sie/es wird abschwächen
ik zal verzwakken
jij zult verzwakken
hij/zij/het zal verzwakken
» meer vervoegingen van verzwakken