Vertaling van abspielen
Duits
Nederlands
abspielen {ww.}
afspelen
ich werde abspielen
du wirst abspielen
er/sie/es wird abspielen
ik zal afspelen
jij zult afspelen
hij/zij/het zal afspelen
» meer vervoegingen van afspelen
ich werde abspielen
du wirst abspielen
er/sie/es wird abspielen
ik zal afspelen
jij zult afspelen
hij/zij/het zal afspelen
» meer vervoegingen van afspelen