Vertaling van abtreten

Inhoud:

Duits
Nederlands
abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen {ww.}
afstaan 
wijken
toegeven 

ich werde abtreten
du wirst abtreten
er/sie/es wird abtreten

ik zal afstaan
jij zult afstaan
hij/zij/het zal afstaan
» meer vervoegingen van afstaan



Gerelateerd aan abtreten

nachgeben - weichen - überlassen - zedieren - übertragen - einräumen - zurückweichen