Vertaling van anbrechen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde anbrechen
du wirst anbrechen
er/sie/es wird anbrechen
ik zal aanbreken
jij zult aanbreken
hij/zij/het zal aanbreken
» meer vervoegingen van aanbreken
ich werde anbrechen
du wirst anbrechen
er/sie/es wird anbrechen
ik zal beginnen
jij zult beginnen
hij/zij/het zal beginnen
» meer vervoegingen van beginnen
Du musst sofort anfangen.
Ge moet onmiddellijk beginnen.
Lasst uns anfangen!
Laten we beginnen.